Zoals vermeld wordt een VBO uitgevoerd bij problemen aan het middenoor. Indien de afvoer/drainage van het middenoor verstopt raakt, kan een zenuw beschadigd raken en merken we een verschil in pupilgrootte (anisocorie). Dit komt door irritatie van bijna onzichtbare zenuwtakjes die nauw verbonden zijn met het middenoor. Dit probleem zien we ongeveer bij 25% van de patiënten met een middenoorprobleem. Vaak zijn de symptomen van een middenoorprobleem heel subtiel en bijna onzichtbaar. Soms zijn ze kopschuw (wegtrekken bij aanraken) of eten het dier minder omwille van de pijn of ongemak. Onze huisdieren kunnen niet praten en verbergen hun klachten in dit geval heel goed. Soms ontwikkelt het oorprobleem zich verder en raakt de aangezichtszenuw aangetast waarbij het aangezicht aan 1 zijde gaat afhangen. Dit is echter uitzonderlijk.
Indien het probleem uitbreidt naar het binnenoor worden de symptomen meteen duidelijk. We merken een scheve kopstand, evenwichtsstoornissen of nystagmus (het heen en weer bewegen van de ogen van links naar rechts of boven naar onder). Deze symptomen noemen we ook vestibulair syndroom.
Helaas is het geen optie om aan de hand van de symptomen met zekerheid te kunnen zeggen dat deze afkomstig zijn vanuit het middenoor. De diagnose hiervan hangt heel erg af van de onderliggende oorzaak en er zijn verschillende onderzoekmethodes mogelijk. Is het een middenoorpoliep dan kan deze naar het buitenoor of achter in de keel gaan groeien met respectievelijk een uitwendige oorontsteking of problemen bij het slikken/ademen. Dit kunnen we in beeld brengen met een otoscopie of een keelinspectie. Gaat het om een bacteriële infectie van het middenoor, dan kan dit in beeld worden gebracht met een röntgenonderzoek. Hierbij moeten de patiënten wel onder narcose gebracht worden om de speciale 'open mond' opname toe te laten om het middenoor goed in beeld te kunnen brengen. Het meest betrouwbare maar ook het duurste onderzoek om een middenoorproblematiek in beeld brengen, blijft een CT-scan. Hierbij worden plakjes gemaakt van de schedel en worden de beelden via een speciaal programma gereconstrueerd en kan er zo virtueel in het oor gekeken worden.
Bij een VBO wordt het onderste gedeelte van het middenoor opengemaakt. Dit gebeurt uiteraard onder algemene anesthesie. Hierbij worden de spieren onderaan losgemaakt van de bulla via voorzichtige dissectie. Een goede anatomische kennis is belangrijk om het verloop van zenuwen en bloedvaten te kunnen inschatten. De bulla is beenderig en wordt voorzichtig opengemaakt. Een belangrijk verschil tussen honden en katten is de anatomie van het middenoor zelf. Bij de hond bestaat de bulla uit 1 grote holte, bij de kat is dit niet het geval en is er nog een apart 'beenderig kamertje' (0,5 cm) in deze grotere holte
(ca. 1,5 cm) zoals geïllustreerd in onderstaande sterk uitvergrootte foto. Hierbij is het onderste beenderige gedeelte weggenomen om alles in beeld te kunnen brengen.
A: het aparte beenderige kamertje
B: de grote bulla
C: zenuwbanen
Door dit anatomisch verschil wordt een VBO veel vaker toegepast bij katten. Bij honden kunnen we ook via de zijkant in plaats van de onderkant de bulla benaderen. Bij katten lukt dit ook maar de volledige bulla kunnen we langs deze weg lastig bereiken. We moeten dus bij katten vaker langs de onderzijde. Eens de bulla geopend is, worden stalen genomen van het aanwezige vocht of weefsel voor onderzoek en wordt de bulla voorzichtig schoongemaakt en gespoeld. Daarna worden de spieren en huid terug netjes dichtgemaakt. Het middenoor heeft dan via deze operatie een extra opening waar drainage en bloedvat ingroei mogelijk is.
Zoals bij elke chirurgische ingreep zijn er risico’s verbonden aan de anesthesie. Dit proberen we tot een minimum te beperken door de patiënt eerst algemeen te onderzoeken, het medisch dossier goed met u te overleggen en eventueel eerst een bloedonderzoek uit te voeren.
Beschreven complicaties na een VBO zijn voornamelijk neurologisch. De zenuwbanen die zich in het middenoor bevinden, kunnen geraakt worden met een Horner syndroom tot gevolg. Hierbij hangt het derde ooglid voor het oog en is de pupil klein.
Het derde ooglid komt gedeeltelijk voor het oog, de pupil is kleiner en het oogje ligt wat dieper in de oogkas.
Indien er voor de operatie geen scheve kopstand of evenwichtsstoornissen aanwezig waren, kan dit optreden na de operatie (ca. 40%). De opening naar het evenwichtsorgaan komt namelijk ook in de bulla uit en als chirurg moeten we dus een balans vinden tussen niet teveel spoelen/curetteren en bovenvermelde complicatie, en anderzijds te weinig ingrijpen en de kans hebben dat het probleem terug komt.
Als er al een een scheve kopstand aanwezig was VOOR de operatie, dan is het moeilijk garanties te geven dat dit na de operatie zal verdwijnen. Het oplossen van de evenwichtsklachten is uiteraard het doel van de operatie maar is lastig te voorspellen. Dit heeft vermoedelijk te maken met een langdurige aantasting van het evenwichtsorgaan. Andere zenuwen zoals de aangezichts- of tongzenuw kunnen betrokken raken in het proces. Een bloeding, een infectie, problemen bij de wondgenezing zijn ook beschreven. Soms vertonen katjes hele slechte eetlust na de operatie. Dit zien we voornamelijk bij oudere patiënten. Een slokdarmsonde kan dan een oplossing zijn.
De prognose hangt heel erg af van welke symptomen de patiënt al had VOOR de operatie. In dit geval is de kans groter dat de symptomen aanwezig blijven na de ingreep. Indien er symptomen bijkomen na de operatie, zijn deze vaak omkeerbaar. Bijkomend heeft een infectie een veel betere lange termijn verwachting dan bv. een tumoraal proces. De onderliggende oorzaak van de ingreep speelt dus ook een belangrijke rol voor de prognose. Algemeen kunnen we dus stellen dat de meest voorkomende complicaties reversibel zijn en voorzichtige chirurgische handeling én goede anatomische kennis deze risico’s kunnen beperken met uitstekend resultaat.
Tarieven
VBO kost € 800,00 - € 1000,00.
Deze prijs is exclusief een intake consult, herhalings- en/of controle consult. Prijswijzigingen onder voorbehoud.
Het succes van een dergelijke ingreep ligt niet alleen bij de technische uitvoering ervan maar ook bij een juiste nabehandeling en verzorging. We helpen u hier graag bij en leggen het graag aan u uit tijdens het intake consult.